Hoe houden we grip op de discussie rond technologie?

Robots, kunstmatige intelligentie, zelfrijdende auto’s, geprinte organen, games, nanobuisjes, gehackte pacemakers… tsja, dat gaat over wel heel veel. Het maakt gesprekken over technologie extra complex, naast het feit dat het technologie zelf natuurlijk heel ingewikkeld is en vooral voor nerds lijkt te zijn. Dus waar moet je als leek beginnen wanneer je een gesprek over technologie wilt voeren? In dit artikel doe ik graag een poging om het onderwerp ‘technologie’ wat meer te ordenen, hopelijk met als resultaat dat je er betere vragen over kan stellen.
Het voeren van discussies over technologie is belangrijk. Niet alleen om te begrijpen waar het allemaal over gaat, maar ook omdat het verband houdt met ons leven en met onze toekomst. Kortom, hoe kunnen we een beetje greep houden op alle belangrijke discussies over technologie? Hoe zorgen we ervoor dat we een killerrobot niet op één hoop gooien met een zorgrobot? En dat we alle vragen rond nanotechnieken – alles wat heel klein is – niet verwarren met discussies over datalekken?
Hoe zorgen we er in gesprekken over technologie voor dat we niet alle soorten technologie op één hoop gooien?
Handvatten voor een gesprek
In Nederland hebben we een heus instituut dat zich daarover buigt. Zoals ze het zelf mooi formuleren: ‘het Rathenau Instituut stimuleert de publieke en politieke meningsvorming over de maatschappelijke aspecten van wetenschap en technologie. We (het instituut dus, red.) doen onderzoek en organiseren het debat over wetenschap, innovatie en nieuwe technologieën.’ In een rapport komt het instituut met een behulpzaam overzicht, dat al de nodige handvatten geeft om een gesprek over technologie zinvoller te maken:
1. Technologie in/dichtbij ons – denk hierbij aan ‘intieme technologie’: allerlei technologische toepassingen in ons lichaam, variërend van de bekende pacemaker tot implantaten in hersenen die bepaalde dwanggedachten kunnen afremmen.
2. Technologie tussen ons – hierbij gaat het om allerlei zaken die te maken hebben met communicatie; denk bijvoorbeeld aan onze smartphones, Whatsapp en Facebook.
3. Technologie over ons – veel technologie gaat ons niet alleen boven de pet, maar gaat ook grotendeels buiten ons om; denk aan alle organisaties – commercieel of niet – die data over ons verzamelen. Maar het gaat ook om zelfrijdende auto’s en killerrobots van Defensie, oftewel technologie die voor of over ons beslist.
4. Technologie als ons – dit type technologie spreekt het meest tot de verbeelding; het gaat om robots die op mensen lijken, kunstmatig intelligente machines enz. Concreet kan je denken aan zorgrobots, zoals die al in diverse Nederlandse verpleegtehuizen actief zijn.
Is het slim om zomaar akkoord te gaan met nieuwe privacyregels van Facebook?
Nu is dit een mooie indeling, maar wat schieten we ermee op? Gelden voor de vier categorieën verschillende regels en afzonderlijke vragen? Deels wel; een indeling als deze helpt om discussies scherper te voeren, omdat duidelijker is waar we het precies over hebben. Toch geeft deze indeling verder weinig richting aan het gesprek. En dus nog zeker geen antwoord op vragen als: is het slim om zomaar akkoord te gaan met nieuwe privacyregels van Facebook? Leiden zorgrobots tot minder werkgelegenheid? En sowieso tot verminderd menselijk/sociaal contact bij mensen in verzorgingshuizen? En zo ja, is dat erg?
We stellen minder vragen dan ‘vroeger’
Alleen een categorisering van technologie is dus niet voldoende voor zinvolle, inhoudelijke gesprekken over technologie. En het lijkt erop dat mensen minder vragen stellen over nieuwe technologieën dan tientallen jaren geleden het geval was. Dat was tenminste de constatering tijdens een expertmeeting over de toekomst van technologie. Of we echt minder vragen stellen dan ‘vroeger’, weet ik niet, maar mijn gevoel zegt mij dat dat best eens zou kunnen. Bij de introductie van de trein en het vliegtuig werden grote maatschappelijke discussies gevoerd. Zelfs zo’n tien jaar geleden werd er vanuit de overheid een maatschappelijke discussie aangezwengeld over genetische modificatie van voedsel. Maar tegenwoordig lijken de meeste mensen zich enigszins lijdzaam neer te leggen bij het feit dat de automatisering en robotisering steeds verder gaan, dat (privé-)informatie nauwelijks meer privé is en dat computersystemen steeds meer besluiten van mensen overnemen (zoals bij zelfrijdende auto’s, fabrieksrobots enz.).
Tien jaar geleden zwengelde de overheid nog een maatschappelijke discussie aan over genetische modificatie van voedsel. Dergelijke discussies lijken we nu minder te voeren.
Hebben we meer vertrouwen in technologie?
Het feit dat we hier nauwelijks nog vragen over stellen, heeft wellicht te maken met een besef bij veel mensen dat technologische ontwikkelingen altijd doorgaan; je kan er niets tegen doen. Daar komt bij dat technologie steeds complexer wordt, waardoor je er als leek niets meer van begrijpt en het praten over technologie vooral iets wordt voor experts? Terwijl mensen bovendien steeds meer vertrouwen in technologie hebben gekregen, omdat ze er dagelijks voordeel van hebben. Treinen, vliegtuigen en genetische modificatie hebben ons toch vooral verder geholpen?
Toch is het zorgwekkend als er minder vragen gesteld worden bij ontwikkelingen die grote invloed op ons individuele en maatschappelijke leven hebben. Tijdens de hierboven genoemde expertmeeting kwamen vervolgens vier richtinggevende vragen naar voren:
a) Waar gaat een bepaalde vorm van techniek heen, wat zijn de ontwikkelingen en heeft deze technologische vooruitgang invloed op de aard van het mens-zijn?
b) Wat doet een technologische toepassing met ons, als individu en samenleving?
c) Wie is te vertrouwen?
d) Welke keuze maak je, en dus ook: welke alternatieven zijn er?
Als je deze vier basale vragen afzet tegen de vier soorten technologie die ik eerder in dit artikel noemde, krijg je een matrix. Wellicht dat deze matrix behulpzaam is bij je eigen vragen rondom technologie en mogelijk behulpzaam kan zijn bij de vragen rondom technologie op deze site.