Kun je kiezen voor kwetsbaarheid?

Kwetsbaarheid – kun je daarvoor kiezen? Vaak doen we alsof dat kan. Dan zeggen we over een situatie: “Ik heb er maar voor gekozen mij kwetsbaar op te stellen”. Meestal heeft die ‘kwetsbare opstelling’ een positieve uitwerking. Goede zaak toch? Maar… kun je kiezen voor kwetsbaarheid? Socioloog en filosoof Jan Hoogland betwijfelt dat. Hij gelooft niet zo in kwetsbaarheid die omgezet kan worden in kracht.
Ermee omgaan
Brené Brown is wereldwijd bekend vanwege haar boeken over kwetsbaarheid en imperfectie. In die boeken vertelt zij onder andere over haar eigen kwetsbaarheid en imperfectie en hoe zij geleerd heeft ermee om te gaan. Sterker nog: als je goed met je kwetsbaarheid kunt omgaan, kun je er zelfs kracht en energie uit putten.
Gezien haar verkoopcijfers herkennen veel mensen zich in haar verhaal. Mensen voor wie het blijkbaar een opluchting is eindelijk te durven toegeven dat zij kwetsbaar zijn. In plaats van je altijd beter voor te doen dan je bent, kun je ook je kwetsbare kant laten zien. Daar kun je alleen maar mee winnen.
Een misverstand
Het is moeilijk zo’n mooie en optimistische boodschap tegen te spreken. Je wint meer door jezelf kwetsbaar op te stellen dan door jezelf onkwetsbaar voor te doen. Prachtig. En het is ook niet onwaar. Vaak blijken de gevolgen van een kwetsbare opstelling mee te vallen. Je ziet er verschrikkelijk tegen op, maar je krijgt alleen maar bijval. Mensen vinden je moedig en ze gaan je in het algemeen ook veel aardiger vinden.
Volgens mij berust het spreken over ‘de kracht van kwetsbaarheid’ echter ten diepste op een misverstand. Namelijk: dat je kunt kiezen voor kwetsbaarheid. Dat komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in zegwijzen als: ‘kiezen voor een kwetsbare opstelling’. Hoe vaak hoor je dat niet in een gesprek: “Ik heb ervoor gekozen mij kwetsbaar op te stellen”. Meestal volgt dan een verhaal over hoe succesvol de communicatie daarna verliep.
Lees ook: Zijn rituelen goed voor ons allemaal?

On-broos
Bijzonder vond ik wat Awee Prins daarover zei in Trouw van 19 januari 2019: “Ik hecht -vergeef me mijn filosofische gevoeligheid voor de taal- aan het woordje ‘broos’. Waar ‘kwetsbaarheid’ de mogelijkheid van ‘onkwetsbaarheid’ openlaat, zegt ‘broosheid’: je kunt niet ‘on-broos’ zijn.” De optie om te kiezen voor een kwetsbare opstelling veronderstelt namelijk, dat je nog een zekere kracht hebt. En dat je nog kiezen kunt. Anders gezegd: wie nog kracht uit kwetsbaarheid weet te putten, is maar beperkt kwetsbaar. Ik zal niet ontkennen dat zo iemand oprecht zijn of haar kwetsbare kant kan laten zien, maar tegelijk zal zij ook veel van haar kwetsbaarheid verbergen. Wie kiezen kan, kan er immers ook voor kiezen om zich op een ander terrein weer wat minder kwetsbaar op te stellen?
Druipt ervan af
Mensen die echt kwetsbaar zijn en aan wie dat zichtbaar is, omdat zij het niet kunnen verbergen, staan er vermoedelijk heel anders in. Ik denk bijvoorbeeld aan daklozen en verslaafden. Als je een van hen op straat tegenkomt, druipt de broosheid ervan af. Zouden ook deze mensen kracht uit hun kwetsbaarheid kunnen putten?
Wat mij vaak opvalt bij deze mensen is, dat zij de schaamte voor hun kwetsbaarheid al voorbij zijn. Als het niet lukt iets te verbergen, kun je het maar het beste helemaal laten zien. Denk bijvoorbeeld aan daklozen die je op straat aanklampen om een kleine financiële bijdrage te vragen. Het zou mij vreselijk veel energie kosten om dat te moeten doen, maar voor deze mensen is het bijna vanzelfsprekend.
Misschien ook interessant: Vergeven… is dat mogelijk?



Probleem verleggen
In contrast met deze mensen zonder keuze, kan iemand die ervoor kiest zich kwetsbaar op te stellen, er haast niet aan ontkomen de eigen kwetsbaarheid als handelswaar in te zetten. Immers, wie kan kiezen voor een kwetsbare opstelling, kan er ook mee dealen. Hoe vaak heb ik in een groep waarin taken moeten worden verdeeld niet iemand horen zeggen: “Voor die taak ben ik totaal ongeschikt, ik ben zo’n rommelkont”. Meestal geloof ik zo iemand meteen. De rommelkonterigheid druipt ervan af. Maar veel moeite met de eigen kwetsbaarheid op dat punt heeft de betrokkene kennelijk niet. Hij etaleert het bijna, zodat hij aan zijn rommelkonterigheid niets hoeft te doen.
Aan dit voorbeeld zie je meteen ook het vervelende van iemand die kiest voor een kwetsbare opstelling. Immers, hij legt het probleem van de eigen kwetsbaarheid bij een ander neer. Het is aan jou om te beslissen over de vraag wat je met mijn kwetsbaarheid doet. “Ik ben nu eenmaal een rommelkont, dus jij bent veel geschikter voor dat rotklusje.” Of je er nu om gevraagd hebt of niet.
Geen windeieren
Brené Brown is inmiddels waarschijnlijk al behoorlijk rijk geworden van haar kwetsbaarheid. Die heeft haar geen windeieren gelegd. Dit relativeert haar verhaal meteen ook: zo kwetsbaar ben je niet als je er rijk van kunt worden; doordat zij zich kwetsbaar toont, zien wij vooral haar onkwetsbaarheid.
(Dit artikel verscheen eerder in Sophie)
Jan Hoogland
Jan Hoogland (1959) is universitair docent Bestuurskunde aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ook is hij bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Twente. Hoogland studeerde sociologie en filosofie. In 1992 promoveerde hij aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (cum laude) op een proefschrift over de metafysica bij Adorno. Eerder was hij ook werkzaam als lector Samenlevingsvraagstukken en Vormend Onderwijs aan hogeschool Viaa te Zwolle. Verder is hij hoofdredacteur van het tijdschrift Soφie van de Stichting voor Christelijke Filosofie.