Geschreven door Rinke Verkerk / 

8 mei 2019 / 

Poep op de stoep

April was de Maand van de Filosofie. Die had dit jaar als thema: ‘Ik stuntel, dus ik ben’. Een thema dat tot de verbeelding spreekt en waarbij in april diverse activiteiten en events werden georganiseerd. Zo ook een debat op de Universiteit Utrecht. Eén van de sprekers daar was journaliste Rinke Verkerk, die de onderstaande column voorlas. Over poep op de stoep. Maar eigenlijk over hoe je een positieve draai geeft aan een onrechtvaardige situatie.

Poep op de stoep

In de Amersfoortse stadskrant werden afgelopen zomer boetes beloofd aan mensen die weigerden de poep van hun hond van de stoep te rapen. Wij blij. Want onze stoep ligt er vol mee. “Je hebt er alleen niks aan”, zei mijn buurman. “Ik zie nooit iemand controleren, en de poep ligt er nog steeds.”

Dat is waar. Dus toen ik twee weken geleden de straat in reed, en een vrouw naast de eikenboom aan de overkant zag staan met twee honden zo groot als kalveren aan een touwtje, hield ik het geheel goed in de gaten. De honden hadden de achterpoten gebogen, de rug licht gekromd. Dit kon maar één ding betekenen: poep op de stoep. De vraag was: Zou ze het oprapen? Of niet?

“Ik opende mijn autodeur, kwam tevoorschijn, en verhief mijn stem. ‘Mevrouw! Kunt u dat niet even oprapen?’ Ze was halverwege de dertig, schatte ik. Lang, donker geverfd haar”

Opgefokt

De achterpoten strekten zich. De ruggen rechtten zich. De vrouw liep door. Ik sloeg toe. Ik opende mijn autodeur, kwam tevoorschijn, en verhief mijn stem. “Mevrouw! Kunt u dat niet even oprapen?” Ze was halverwege de dertig, schatte ik. Lang, donker geverfd haar. Ze keek me niet aan en verhief ook haar stem: “Bemoei je met je eigen zaken! Wie ben jij om mij te vertellen wat ik moet doen!” Ik wees naar mijn huis en schreeuwde: “Ik woon daar, ja! Ik loop elke dag langs de schijt hier. U hebt een zakje aan uw riem. U kunt het toch even oprapen?!” Zij schreeuwde ook: “Ik heb met jou niks te maken! Bemoei je met je eigen leven!” “Maar mevrouw!” gilde ik. “Dit ìs mijn leven.” Er kwam geen antwoord meer. Zij liep weg. Ik liep opgefokt mijn tuin in.

Lees ook: Ik stuntel, dus ik ben?


De honden hadden de achterpoten gebogen, de rug licht gekromd. Dit kon maar één ding betekenen: poep op de stoep!(Beeld: Giphy)

Blote handen

Had ik maar nooit naar mijn huis gewezen. Een week later -het voorval vergeten nadat ik er uitgebreid over geklaagd had tegen mijn buurvrouw- lag er een dikke drol voor mijn tuinhek. “Nu ga je het krijgen”, dacht ik. Terwijl ik met een paar herfstbladeren de drol probeerde te verplaatsen, kwam mijn buurvrouw even kijken. “Het was haar”, zei ze. “Ik zag het gebeuren.”

Het zat me dwars. Vooral omdat ik me machteloos voelde. Ik had de redelijkheid en het recht aan mijn kant, maar verloor toch. Wat nu? Ik kreeg tips van mijn vriend Thijs. Zijn oom Karel had ook last van hondenpoep en heeft die eens met zijn blote handen opgeraapt en tegen de hondeneigenaar gegooid. Ik vroeg of dat ook zou werken als ik zou gooien met een afwashandschoen aan. Thijs dacht van niet. Hmmm.

“Het zat me dwars. Vooral omdat ik me machteloos voelde. Ik had de redelijkheid en het recht aan mijn kant, maar verloor toch. Wat nu?”

De strijd aangaan

Liep ik over de stoep, dan dacht ik aan de poep. En aan de vrouw. Die schijtvrouw – zoals ik haar was gaan noemen in mijn hoofd. Ik kwam tot de conclusie dat de strijd aangaan tot lelijke taferelen kon leiden. Moest ik dat willen? Ging ik dat winnen? Lastig. Toen kwam ik op een idee. En wachtte af.

Niet lang daarna kwam mijn moment. Ik maakte de tuin winterklaar, samen met de buurvrouwen. En wie steken toevallig hun dikke kop over het muurtje achter mijn Hortensia’s? Juist. De kalveren. Ik zag hun bazin zenuwachtig worden. Vrolijk wenste ik haar goedemorgen en rende naar binnen. In de trapkast vond ik een papieren tasje, en stopte er een stuk zeep, een bruisbal en een bodylotion in. Daarna begon ik haar achterna te rennen. “Mevrouw! Mevrouw!” Waarschijnlijk kreeg ze een flashback naar twee weken eerder. Ze liep door. Ik hield aan. “Mevrouw!”

Ook lezen: Hannesen, hakkelen en mompelen

Beluister hierboven de column van Rinke Verkerk, die zij hield tijdens het Veritas Forum van 8 april op de Universiteit Utrecht. (Bron: Veritas Forum)

Lopen schreeuwen

Hijgend bereikte ik haar en de honden. Ik gaf haar het tasje. Ik zei dat ik een cadeautje voor haar had gekocht, omdat ik laatst zo tegen haar had lopen schreeuwen. Dat ik een slechte dag had en het niet op haar had mogen afreageren. En dat ik daarom had besloten een cadeautje klaar te leggen voor als ik haar weer eens zag. Het was erg mooi en ook leuk. Ze smolt half, werd een beetje ongemakkelijk, was ergens nog achterdochtig. “Was jij dat, ja?”, zei ze. “Nou, dat wist ik niet meer hoor.” Dat geloofde ik niet, maar dat gaf al niet meer. Ik zei niks over de poep. Vroeg nog wat over haar honden. En liep toen terug naar huis.

Nooit begrepen wat Jezus bedoelde, toen Hij in Lukas 16:9 zei: “Maak vrienden met de hulp van de onrechtvaardige Mammon.” Maar nu wel. Die honden poepen waarschijnlijk nooit meer op mijn stoep. En als ze het wel doen, kan ik hun bazin oprecht geen schijtvrouw meer vinden.

Rinke Verkerk

Rinke Verkerk (1989) is journaliste en columniste voor kranten, tijdschriften en televisie. Ook schreef ze (mee aan) enkele boeken. Verkerk deed Midden-Oosten Studies aan de Universiteit van Amsterdam en rolde daarna de journalistiek in. Inmiddels schrijft ze voor o.a. de Volkskrant, het Parool, Nederlands Dagblad, Elsevier en JAN. Ook is ze bekend van het VARA-programma Rambam, waarvoor ze in 2015 undercover ging bij de Scientology-kerk.

Nu jij!

Wat denk jij? Reageer hieronder!