Geschreven door Michiel van Well /
23 februari 2023 /
Technologie als onze Verlosser?

Technologie heeft de wereld enorm veranderd. Sterker nog, ons leven en samenleven lijkt niet langer mogelijk zónder technologie. Maar wat betekent dat voor ons denken en doen? Voor onze keuzes en voor datgene waarin we geloven en waarop we hopen en vertrouwen? Techniek-antropoloog Michiel van Well stelt vast: we zijn nog steeds religieus, ook al denken we vaak van niet.
En, stelt hij: in in onze religie speelt technologie een grote rol. De tegenstelling van deze ‘religie van de technologische cultuur’ is echter dat er een taboe rust op religie. Begrijp jij het nog?
Michiel Schwarz en Rein Jansma schreven in 1989 het boek ‘De technologische cultuur’ (De Balie). Het boek opent met de volgende zinnen:
Wij leven en denken technologie – in ons werk, in onze communicatie, in ons eten, in de gezondheidszorg, in het onderwijs, in de manier waarop we de wereld vormgeven. Cultuur en technologie zijn niet meer te scheiden. Dat is de realiteit van ‘de technologische cultuur’.
Deze karakterisering heeft door de jaren heen aan kracht gewonnen. Méér dan ooit leven we in een technologische cultuur. De opkomst en het met elkaar vergroeid raken van nanotechnologie, biotechnologie, informatie- en communicatietechnologie en cognitieve technologie – ook wel NBIC genoemd – in nieuwe vormen van technologie bleek niet te stuiten.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

Technologie als levensvorm
Sinds 1989 is technologie persoonlijker en vanzelfsprekender dan ooit geworden. Anno 2023 is technologie niet alleen een instrument dat aan en uit kan worden gezet, maar kleurt ze heel ons denken en doen. Ze is een levensvorm geworden. Technologie is daarmee moeilijk te onderscheiden van sociale, politieke en religieuze ontwikkelingen in onze samenleving. Ze is er onlosmakelijk mee verbonden en vormt de manier waarop we leven én samenleven.
Spreek je van de ‘technologische cultuur’, dan gaat het om een cultuur die zich echter heel sterk als seculier presenteert. Rationaliteit en het afzien van geloof of religie zijn belangrijke zelfbenoemde karaktertrekken van deze cultuur. We hebben flink wat heilige huisjes omver geschopt en houden elkaar graag voor dat alle taboes doorbroken zijn. Maar… betekent dit ook dat de technologische cultuur niet religieus is?
Zowel middel als kwaal
Moderne informatie- en communicatietechnologieën maken kennis toegankelijker dan ooit. Prachtig. Maar ze leiden ook tot ‘informatiebubbels’ en ‘fake news’. We kunnen eenvoudig contact leggen met mensen over de hele wereld, via bijvoorbeeld Whatsapp, Facetime, Skype en zakelijk via Teams en Zoom. Geweldig! Zo kunnen we relaties op digitale wijze onderhouden. Maar we zijn ook nieuwe vormen van uitsluiting, manipulatie, afpersing en bedrog rijker. Agro-technologie zorgt ervoor dat de opbrengst per hectare landbouwgrond verveelvoudigt. Goed nieuws in een tijd waarin een deel van de wereldbevolking nog steeds honger lijdt, maar onze instrumentele houding tot de natuur leidt ook tot ontbossing, overbevissing en klimaatverandering. Bijna alle besmettelijke ziekten zijn onder controle. Toch is de opkomst van nieuwe, leefstijlgerelateerde aandoeningen als obesitas, hart- en vaatzieken en diabetes onstuitbaar. Allerlei chronische ziekten zijn onlosmakelijk verbonden met de inrichting van onze samenleving en cultuur. Technologie is in onze technologische cultuur zowel middel als kwaal.
De technologische cultuur is dan ook niet zozeer een cultuur waarin technologie de oplossing biedt voor alle problemen. Technologie is wél het middel en de manier waarop we problemen probéren op te lossen. In een technologische cultuur hebben mensen hoge verwachtingen van technologie, ze geloven in technologie. En zo lijkt zelfs de technologische cultuur een religieuze bodem te hebben.
Lees ook: Hebben we baat bij rituelen?
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)



Gezond verstand en menselijk vernuft
In vrijwel alle culturen wordt het nadenken over grote levensvragen vooral bepaald door de religie van die cultuur. Religie legt de basis voor hoe we ons verhouden tot onszelf, de ander en de wereld. Religie draait om wat we ‘heilig’ maken of vinden, en waar we met geloof, rituelen en organisaties vorm aan geven. Geloofden we als westerlingen voorheen vooral in God, tegenwoordig vertrouwen we op gezond verstand en menselijk vernuft. In onze technologische cultuur baseren we ons (samen)leven op wetenschappelijke inzichten en technologische oplossingen. Kortom, de technologische cultuur is een cultuur die de mens centraal stelt en ‘heilig’ maakt. We geloven primair in onszelf. In de mens, in het individu. Je zou haast zeggen: de mens als God. Technologie is onze grootste creatie en is voor ons hét middel om onszelf te ‘verlossen’. Het middel ook, waarmee we de mens – denken te – kunnen vervolmaken.
Geloofsovertuigingen, hoop en idealen
Net als andere culturen kent ook een technologische cultuur geloofsovertuigingen, hoop en idealen. Ze vormen de basis voor haar verhalen over de wereld en over wat mooi, lelijk, goed en kwaad is. Ook een technologische cultuur kent rituelen waarmee ze in de praktijk vorm geeft aan die overtuigingen. Ze vormt nieuwe gemeenschappen rond die overtuigingen. Klinkt dit vergezocht? Kijk dan eens naar hoe wij de worsteling aangaan met verschrikkelijke ziekten als kanker en dementie. Al decennialang klinkt de belofte dat kanker en andere nare aandoeningen zullen worden overwonnen… door wetenschappelijk onderzoek en technologische oplossingen. Ons vertrouwen in technologie is zó groot, dat we daar ons heil van verwachten.
Vanuit die geloofsovertuiging doneren mensen aan doelen die de strijd met de grote ziekten van deze tijd aangaan via wetenschap en technologie. Organisaties worden opgezet rond de ontwikkeling van technologieën waarmee ingrijpende ziekten uitgebannen moeten worden. Hele gemeenschappen worden gemobiliseerd en er ontstaan tal van bijbehorende rituelen. In een oud verhaal liep een volk zeven keer rond de stad Jericho; tegenwoordig beklimmen grote groepen mensen vastberaden meerdere keren de Alpe d’Huez. Een stichting organiseert het jaarlijks terugkerende event waarbij zoveel mogelijk geld wordt ingezameld voor onderzoek naar kanker en naar verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met kanker. Op één dag beklimmen 5000 deelnemers fietsend, hardlopend, of wandelend maximaal zes keer de Alpe d’Huez, onder het motto ‘opgeven is geen optie’, aldus de website van deze stichting Alpe d’HuZes.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)



Catechismus van de technologische cultuur
Dit voorbeeld laat zien dat we technologie zijn gaan zien als hét middel en dé manier om problemen op te lossen. In onze technologische cultuur hebben we hoge verwachtingen van technologie. Meer nog, we gelóven in technologie. En zo lijkt de technologische cultuur (nog steeds) een religieuze bodem te hebben. In onze cultuur werken we aan, hopen we op en geloven we in technologie. Het is hét antwoord op onze vragen, wensen en problemen rond leven, dood en vrijwel alles ertussenin. En zo komen de aspecten van religie die ik hierboven noemde stuk voor stuk terug in de technologische cultuur. De catechismus van de technologische cultuur – een verzameling leerstellingen zoals kerken die kennen – zou er dan ook zo uit kunnen zien:
- Wat kan ik weten?
De individuele mens staat centraal en is heilig. We begrijpen het leven en samenleven door middel van begrippen als de autonomie van het individu en de daaraan verbonden idealen van individualisering, gezondheid, zelfbeschikking en emancipatie. Imperfectie, verval en afhankelijkheid zijn zonde. - Wat moet ik doen?
Door innovatie met behulp van wetenschap en techniek moeten we blijven werken aan een wereld die de mens duurzaam kan onderhouden. Ook moeten we zorgen dat de mens verlost wordt van leed en lijden en tot haar allerindividueelste en blijvende bloei kan komen. - Wat mag ik hopen?
We mogen er op rekenen dat we met behulp van technologische innovatie de gezondheid en vrijheid van mensen kunnen vergroten en ze kunnen verlossen van ziekte, beperkingen en afhankelijkheden. Er zijn geen grenzen aan de groei!
Moeilijk bespreekbaar
Kunnen we iets met de vaststelling dat er een ‘religie van de technologische cultuur’ bestaat? Ik denk het wel, maar dan moet deze religie eerst bespreekbaar worden. De religie van de technologische cultuur is namelijk – anders dan bij de meeste godsdiensten – een impliciete religie. Dat wil zeggen dat ze wel te analyseren en karakteriseren is als religie, maar in de technologische cultuur zelf níét als religie benoemd wordt. De hierboven beschreven catechismus bestaat dan ook niet echt. De dogmatiek, idealen en overtuigingen van de technologische cultuur liggen nergens vast. Wél zijn ze als een stevige onderstroom in de cultuur aanwezig. Die onderstroom voelt zo vertrouwd en vanzelfsprekend, dat we haar niet of nauwelijks nog waarnemen. Dat maakt haar niet minder religieus; het toont eerder aan hoe vanzelfsprekend aanwezig deze religie is.
Toch maakt vooral dit impliciete karakter van de ‘religie van de technologische cultuur’ haar zo moeilijk bespreekbaar. Technologie is in onze tijd en cultuur de default: de door iedereen geaccepteerde ‘standaardinstelling’ waar verder niet over gesproken wordt. Daar komt bij dat de technologische cultuur zichzelf als seculier, rationeel en vooral níét religieus ziet. De overtuigingen en idealen van de technologische cultuur worden daardoor niet als overtuigingen gezien, maar als ‘gewoon’ en vanzelfsprekend. Dat maakt dat ze niet te bespreken en bediscussiëren, laat staan te bekritiseren zijn. De technologische cultuur religieus duiden of bespreken is een taboe. Eentje die nodig doorbroken moet worden.
Lees ook: Is minimalisme een nieuwe religie?
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)



Taboe op religie doorbreken
Het taboe op religie in onze samenleving maar ook de technologische cultuur zelf maken het lastig om hierover met elkaar in gesprek te gaan. Religie is – in brede zin – een grote blinde vlek in onze cultuur geworden. Aanhangers van expliciete religies als de islam en het christendom krijgen weinig ruimte meer om te vertellen waar zij voor staan, waarvan zij dromen en waar zij op hopen. Daarnaast praten we niet met elkaar over de religie van de technologische cultuur en de implicaties daarvan voor ons (samen)leven.
Door het taboe op religie, ontzeggen we onszelf de kans om samen richting te zoeken. Iets wat, in deze tijd van duizelingwekkende technologische mogelijkheden (en ja, ook moeilijkheden) misschien wel harder nodig is dan ooit. Zolang we niet met elkaar praten over de verschillen en overeenkomsten tussen expliciete en impliciete religies, lukt het ons ook niet goed om met elkaar te spreken over geloof, hoop en idealen. En ontzeggen we onszelf de kans om de waanzinnige technologische mogelijkheden van onze tijd af te stemmen op onze hoop en ambities voor vandaag én morgen. Laten we daarom het taboe op religie doorbreken en expliciet maken waar we in geloven en met (of zonder) technologie aan willen werken.
Doe je mee?
Michiel van Well
Michiel van Well (1969) is senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en richt zich op vraagstukken op het snijvlak van technologie en recht. Hij studeerde Scheikunde aan de Universiteit Utrecht en behaalde daarna een master in de Wetenschaps- en Technologiedynamica aan de Universiteit van Amsterdam. In 2021 promoveerde hij aan de Maastricht University op de verwevenheid van technologie en religie in onze moderne samenleving.