Geschreven door Rik Peels / 

26 januari 2018 / 

Wat betekent het om mens te zijn?

Wat maakt ons mensen uniek? Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar deze vraag is afgeleid van de vraag naar de zin van het leven. Hoe dat precies zit…? Blijf lezen en ik leg het je uit. De vraag naar de mens – wat is de mens en is de mens uniek? – is boeiend en belangrijk. Tal van filosofen, theologen en wetenschappers hebben hun licht er al eens over laten schijnen. En terecht, zou ik zeggen. Van onze kijk op het mens-zijn hangen enorm veel morele en ethische keuzes af. Het gaat namelijk over de vraag waar ons leven begint en waar het eindigt. Maar ook over wat een menselijk leven waard is.

Maar eerst terug naar de vraag over de zin van het leven. Je zou kunnen zeggen dat dit dé grote vraag is onder alle grote vragen. Om die reden mag hij op deze website niet ontbreken. De keerzijde is dat het om een erg grote vraag gaat. Misschien is zij zelfs wel té groot. De vraag is namelijk, met een mooi woord, ambigu. Onbestemd. Je kan de vraag naar de zin van het leven op allerlei manieren opvatten. Waarbij iedere interpretatie weer een net iets andere vraag oplevert. Sowieso is het opvallend dat je de vraag ‘Wat is de zin van het leven?’ in de filosofie nauwelijks tegenkomt. Dat betekent niet dat hij niet gesteld wordt. Dat gebeurt wel degelijk, maar meestal in een andere vorm. In een ander jasje.

Wat is de zin van het leven?

Hier zijn een paar voorbeelden van vragen naar de zin van het leven, maar in een ander jasje. Waarom zijn wij, mensen, er? Wat is het om een mens te zijn? En: wat is de waarde van het leven? Wat is het goede leven? Of: wat is een goed leven? Wat is een reden of motivatie om te leven? Onder deze vragen liggen weer allerlei nieuwe vragen. Bijvoorbeeld: heeft het leven op zichzelf betekenis? Of heeft het pas betekenis als wij die eraan verlenen? Met andere woorden: zit de zin van het leven – wat dat dan ook precies is – tussen onze oren, of is hij er objectief, los van wat wij er zelf van vinden?

Kortom, filosofen stellen de vraag naar de betekenis van ons bestaan wel degelijk. En daarmee ook de vraag naar de zin van het leven. In dit artikel wil ik inzoomen op de vraag wat het betekent om mens te zijn. Een vraag die erover gaat wat ons mensen tot mensen maakt. Er is natuurlijk ook de vraag wat het betekent om jou te zijn. Hoe jij verschilt van anderen en wat jou tot de unieke persoon maakt die je bent. Daar kan ongetwijfeld ook meer dan één artikel mee gevuld worden. Maar ik wil hier de algemenere vraag centraal stellen wat het is om mens te zijn. Dus: wat de mens uniek maakt te midden van het andere leven op aarde en niet-levende materie.

Zijn wij mensen uniek ten opzichte van het andere leven op aarde en de niet-levende materie om ons heen? Die vraag houdt filosofen, theologen en andere wetenschappers al heel lang bezig.

Niets unieks aan de mens

Sommige wetenschappers en filosofen verwerpen de vooronderstelling dat de mens uniek is, of relativeren die sterk. Er is eigenlijk niet iets uniek aan de mens, zeggen ze. Zoals we nu weten, zijn wij het product van neo-Darwiniaanse evolutie: we zijn slechts een van de vele soorten die uit andere soorten zijn geëvolueerd. Het verschil met andere dieren is dan ook slechts gradueel. Vandaag de dag wordt dit antwoord vrolijk dan wel cynisch rondgebazuind door biologen als Frans de Waal en neuro-wetenschappers in het straatje van Dick Swaab. Wat we van hen kunnen leren is dat we, door onze gemeenschappelijke oorsprong, inderdaad verweven zijn met het dierenrijk. Alleen al daarom zouden we de waarde van allerlei diersoorten niet moeten onderschatten. Het is echter onhoudbaar dat er slechts een gradueel verschil zou zijn.

Niets wijst er immers op dat dieren het vermogen tot abstract logisch redenen hebben. Of de capaciteit om hun toekomst te plannen. Er is geen reden om te denken dat ze moreel kunnen reflecteren op ethische dilemma’s, of kunnen religieuze ervaringen kunnen interpreteren, om maar wat dingen te noemen. Ook een puur biologisch antwoord schiet tekort. Je kunt natuurlijk zeggen dat wij onder ‘mens’ de homo sapiens en zijn directe voorgangers verstaan. Of alleen de homo sapiens, of, nog specifieker, de homo sapiens sapiens. Hoera, een antwoord! Maar hiermee geef je natuurlijk alleen maar een biologische definitie. Je kunt ook naar ons DNA wijzen, of de complexiteit van onze hersenen. Maar ook dat vertelt ons niet wat het is om mens te zijn. Zoals een nauwkeurige beschrijving van de chemische samenstelling van Van Goghs ‘Caféterras bij nacht’ ons niet vertelt wat voor schilderij dat nu precies is. We zullen dus verder moeten zoeken om tot een echt antwoord te komen.

Sterfelijk rationeel dier

Een van de klassieke antwoorden op de grote vraag wat het is om mens te zijn, luidt dat de mens een rationeel wezen is. Aristoteles noemde de mens al een ‘rationeel dier’. Augustinus voegt hier voor de duidelijkheid nog aan toe dat de mens een ‘sterfelijk’ rationeel dier is. En volgens Thomas van Aquino zijn wij redelijke wezens die bestaan uit een lichaam en een ziel. Maar het basisidee blijft hetzelfde: het is onze redelijkheid, onze rationaliteit die ons tot mensen maakt.

Sinds de Verlichting is dit ietwat rationalistische mensbeeld volop bevraagd door filosofen en wetenschappers. Daardoor is een veelheid aan antwoorden ontstaan op de vraag wat de mens tot mens maakt. Bijvoorbeeld: het vermogen om lief te hebben (Scheler), de capaciteit om ethische afwegingen te maken, zelfverwerkelijking door arbeid (communisme en marxisme), het gebruik van taal, de mogelijkheid om in vrijheid te handelen (het existentialisme van Jean-Paul Sartre), of de mogelijkheid om van het leven een spel te maken: de mens als homo ludens (bij de historicus Johan Huizinga).

Diverse denkers kwamen tot de slotsom: het is onze redelijkheid en onze rationaliteit die ons tot mens maakt. Maar wat zegt dat verder?

Gemaakt naar Gods beeld

Een van de grote uitdagingen voor elk van deze filosofische mensbeelden, is wat we moeten denken van situaties waarin het betreffende vermogen nog niet of niet langer aanwezig is. Of zelfs nooit geweest is. Denk aan kleine (on- of pasgeboren) kinderen, personen in coma, of mensen met ernstige lichamelijke en verstandelijke beperkingen. Zij kunnen misschien niet spelen, redeneren, ethische afwegingen maken, in vrijheid handelen, of zichzelf in taal of arbeid uitdrukken. Toch zien wij hen als medemensen. We vinden we dat ze menselijke waardigheid en mensenrechten hebben. Maar op basis waarvan dan?

Filosofen doen verwoede pogingen om dit probleem op te lossen. En die zijn fascinerend. Uiteraard bestaan er, naast de filosofische antwoorden, ook religieuze antwoorden op deze vraag. De christelijke traditie zegt bijvoorbeeld dat de mens naar het beeld van God gemaakt is: imago Dei. Theologen voeren vervolgens een uitgebreide discussie over wat dat precies inhoudt. Maar een belangrijke gedachte die velen in die discussie delen is, dat de mens een mens is doordat hij of zij gemaakt is om God en de ander lief te hebben. Of, zoals christenen zeggen, om in relatie met God en anderen om zich heen in vrede te leven.

Het goede van veel antwoorden

Ik vind het idee van een imago Dei een aantrekkelijke gedachte. Het combineert namelijk het goede van veel antwoorden op de vraag naar ons mens-zijn. Bovendien maakt het een begin met het vinden van een oplossing op het genoemde probleem. Het hebben van een relatie met God en met anderen betekent dat je in principe moet kunnen denken, overwegen, liefhebben, spelen, in vrijheid handelen en jezelf uitdrukken. En als specifieke personen dat niet of niet meer kunnen, zouden zij nog steeds heel goed daarop aangelegd kunnen zijn. Wat ik hiermee wil zeggen is dat ze daarvoor bedoeld zijn, maar dat hun fysieke beperkingen het (tijdelijk of langdurig) onmogelijk maken. En wie in het bestaan van (een) God gelooft, zal erop kunnen hopen dat God op een dag de belemmeringen zal wegnemen.

Nu kun je zo je aarzelingen hebben bij de gedachte dat God dit kan doen. Of, sterker nog, dat er überhaupt een God bestaat. Dan komen we bij een andere, minstens zo boeiende, grote vraag terecht. Die heb ik elders al uitgebreid besproken. Bijvoorbeeld in het boek ‘God bewijzen’, dat ik schreef met theoloog Stefan Paas. Mocht je geïnteresseerd zijn…

Hoe dan ook, je antwoord op de vraag naar het mens-zijn kan religieus van aard zijn, maar ook filosofisch of puur wetenschappelijk. Of een combinatie van deze uitgangspunten. In ieder geval zegt je antwoord veel over hoe je tegen de mens aankijkt. En in één adem hoe je tegen ons bestaan aankijkt en hoe je de mens waardeert. En dat heeft direct ethische en existentiële gevolgen, omdat het afbakent waar – voor jou – het menselijk leven begint en eindigt.

De vraag naar ons mens-zijn is belangrijk, omdat het afbakent waar het leven begint en eindigt. En dus invloed heeft op grote ethische en existentiële vraagstukken, schrijft filosoof Rik Peels.

Kwesties die ons allemaal raken

Laat ik een paar voorbeelden noemen. Als vooral de ratio ons tot mens maakt, dan wordt het moeilijk even veel waarde toe te kennen aan het leven van iemand die nooit de verstandelijke vermogens van een gemiddeld mens zal hebben. Je zult mensen met een verstandelijke beperking dan misschien lager gaan klasseren en moeten we dat willen? Ook je standpunt in kwesties als abortus, het kweken van embryo’s of het fenomeen ‘voltooid leven’ hangt sterk af van je ideeën over wat het is om mens te zijn. En stel dat we de mens zien als complexe machine, dan is er reden om te verwachten dat uiteindelijk ook robots bewustzijn zullen ontwikkelen. Als we niet alleen een lichaam, maar ook een immateriële ziel zijn, dan kunnen we misschien een bepaald deel van wat zich in onze hersenen bevindt uploaden naar een computer. Maar nooit ons hele mens-zijn

Oftewel, je mensbeeld maakt verschil voor hoe je allerlei morele en existentiële vragen over dieren, robots en de mens zelf beantwoordt. Dat is voor jezelf belangrijk, om standpunten in te kunnen nemen. Maar het is ook belangrijk voor het maatschappelijk debat over ingewikkelde kwesties die ons allemaal raken. Alle reden om de vraag wat het is om mens te zijn telkens opnieuw te stellen. Dus zeg het maar… hoe uniek zijn wij?

Rik Peels

Dr. Rik Peels is filosoof, theoloog en schrijver. Hij studeerde filosofie aan de VU Amsterdam en aan de Universiteit van Notre Dame in Indiana, Verenigde Staten. Ook studeerde hij theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en aan de VU. Hij verwierf zijn bachelor- en mastergraden in theologie en wijsbegeerte cum laude. Van 2008 tot en met 2012 was hij promovendus theoretische filosofie aan de Universiteit Utrecht. In 2011 was hij een halfjaar lang associate member van Merton College aan de Universiteit van Oxford. Sinds 1 september 2016 is universitair docent en onderzoeker aan de VU, binnen de Faculteit Wijsbegeerte. Rikpeels.nl

Nu jij!

Wat denk jij? Reageer hieronder!

  1. Ligma 25 januari 2019 at 15:09 - Reply

    Pik peels

    • frank zappa 15 februari 2019 at 21:50 - Reply

      echt he?

  2. >>de vraag over de zin van het leven. Je zou kunnen zeggen dat dit dé grote vraag is onder alle grote vragen.<<
    'Zin' is 'bedoeling'. Maar we zijn nooit door iemand (ook niet door een buitenaards wezen of zo) bedoeld. We ZIJN er gewoon, als resultaat van een zoogdieren-evolutie, primaten-evolutie, mensapen-evolutie. Regenwoud-dieren, maar door klimaat-uitdroging veranderde de omgeving van onze vroegste voorouders in savanne en daardoor werden ze aapmensen. In één van die aapmensgroepjes ontstond het cultuurtje van 'namen voor de dingen' en dat zette hen op het pad van de culturele evolutie die tot ons-nu heeft geleid.
    Toen de vrije markt economie ons in de jaren 70 bevrijdde van het kerkelijke Grote Verhaal én die de opbloei van relevante disciplinewetenschappen mogelijk maakte, is de humanosoof, in tegenstelling tot de academische filosofen die postmodern werden, met hun data aan ins echte verhaal gaan werken.

  3. Valere De Brabandere 26 juni 2019 at 16:48 - Reply

    De mens is de rationeelste en verst ge-evolueerde diersoort…