Wat ik als monogaam leer van polyamoristen

Laurens is monogaam, getrouwd en vader. Hij kan zich niets anders voorstellen en wensen dan oud worden met zijn Leanne. Polyamorie is dus niet aan hem besteed. Dat wil echter niet zeggen dat hij polyamoristen niet begrijpt en hun motieven wegzet als ‘verkeerd’.
Even slikken
De laatste tijd kom ik steeds vaker mensen tegen die aan polyamorie doen. Ik moet meestal even slikken als ik het hoor. (Ik ben groot voorstander van monogamie, daarover straks meer…) Maar ik ben tegelijkertijd onder de indruk van de mooie verlangens in/achter polyamorie en de mooie kanten die het meebrengt. Ik vind dat polyamorie door ‘tegenstanders’ vaak te makkelijk wordt weggezet als een moreel verwerpelijke optie, gemakzucht, of wat dan ook. Daarom wil ik hier op basis van wat ik heb gehoord proberen de positieve ‘drive’ achter polyamorie weer te geven. Pas daarna roep ik een paar vragen op en ga ik in op hoe ik er zelf over denk.
Waarom worden / zijn mensen polyamorist? Wat zeggen ze daar zelf over?
Ik hoor verschillende redenen, niet altijd van dezelfde personen:
1. Overvraag je partner niet
Niemand kan een ander volledig gelukkig maken. Toch denken (of hopen) we dat vaak. Films, muziek en literatuur stimuleren dat beeld: als je de Wáre gevonden hebt, vind je iemand bij wie je volledig jezelf kunt zijn, bij wie alle eenzaamheid verdwijnt en met wie je altijd geweldige seks hebt. Kortom: dan ben je volmaakt gelukkig.
Ik denk aan Griet Op de Beecks boek Vele hemels boven de zevende. In het duistere decor van dat verhaal is vooral één groot lichtpunt: de romantische relatie van Elsie met Casper. Daarin vindt ze warmte, kwetsbaarheid, diepe connectie, stimulans, dichtbij-zijn dat niet verstikt, fun. Maar polyamoristen zeggen: dat beeld is onrealistisch. Je vindt nooit álles bij één persoon. En als je dat wel wilt, verstik je de ander alleen maar. Daarom zegt de polyamorist: accepteer dat niemand je volledig gelukkig kan maken, geniet van wat je wel krijgt en zoek in goed onderling overleg de stukjes die je mist in andere relaties.
2. ‘If you love somebody set them free‘ (Sting)
Dat is de andere kant van de medaille. Een ander kan jou niet helemaal gelukkig maken, maar jij een ander ook niet. Dus als jij (alleen) alles wilt zijn voor je partner, dan houd je hem/haar ‘gevangen’ in een ongelukkig makende houdgreep. Dan ontzeg je de ander een stukje geluk. Liefde zet de ander vrij. Daarom zegt de polyamorist: accepteer dat jij iemand niet volledig gelukkig kunt maken. Geef dus met vreugde wat je te geven hebt en laat de ander vrij om andere stukjes te vinden in andere relaties.
Lees ook: openhartige brieven over polyamorie en trouw
3. Polyamorie is natuurlijk
Is het niet veel meer passend bij de menselijke biologie om meerdere relaties naast elkaar te hebben? Het is duidelijk dat onze ‘natuur’ moeite heeft met monogamie. Wie langere tijd in een relatie zit, wordt vanzelf een keer verliefd op iemand anders. Is het dan wel slim en realistisch om tegen die ‘natuurlijke’ gang te vechten? Ben je daarmee niet bij voorbaat een strijd aan het voeren die je waarschijnlijk gaat verliezen?
4. Polyamorie óm bij elkaar te blijven
Stellen die hun relatie open stellen, doen dat volgens mij vaak juist ook om de relatie te ‘redden’. Het seksleven loopt bijvoorbeeld niet meer. Soms mede door een handicap kan de ene partner de ander niet geven wat hij/zij verlangt. Maar omdat beide partners wel aan elkaar gehecht zijn, willen ze elkaar niet kwijt. In plaats van de relatie te verbreken, stellen ze die open.
“Polyamorie, zeggen polyamoristen, stimuleert eerlijke en kwetsbare communicatie”
5. Ga voor open communicatie
Polyamorie is nadrukkelijk (iets) anders dan vreemdgaan, omdat het polyamorie in goed onderling overleg gaat. Zoals op Wikipedia staat omschreven: polyamorie gebeurt op voorwaarde van “openheid en eerlijkheid en met medeweten en instemming van alle betrokkenen. Er wordt een groot belang gehecht aan ethiek en goede communicatie tussen partners en vaak ook met de partners van partners. (…) Polyamorie wordt beschreven als ‘consensuele, ethische en verantwoordelijke non-monogamie’.”
Polyamorie, zeggen polyamoristen, stimuleert eerlijke en kwetsbare communicatie. Hoe loopt het tussen ons? Wat voel je? Is er iets dat je mist? Het zijn vragen die eigenlijk elk stel aan elkaar zou moeten stellen maar waar je in een polyamoreuze situatie niet omheen komt. Er is voortdurende afstemming van verlangens en gevoelens nodig. Dat kost veel energie, maar is ook enorm verrijkend. Waar je bij monogamie dat gesprek (veel te lang) uit de weg kunt gaan (tot het misloopt), ligt het bij polyamorie van meet af aan op tafel.
6. De jaloezie is vormend
Polyamorie komt haast automatisch met jaloezie. Of misschien beter gezegd: het legt onze jaloezie bloot. En dat wordt door polyamoristen ook gezien als iets positiefs. Want jaloezie heeft ons veel te leren. Jaloezie zegt meer over mij dan over degene op wie ik jaloers ben. Het zegt iets over mij: dat ik iets mis. Als ik dat onder ogen kan zien, kan ik de ander gunnen wat hij/zij heeft én zelf een manier zoeken om te vinden wat ik mis. Hiervoor geldt hetzelfde als bij het vorige punt: net als de open communicatie is de jaloezie niet leuk of makkelijk. Maar als je het aangaat wel verrijkend.
7. ‘It takes a village to raise a child‘
Met twee mensen een kind opvoeden – wat toch de norm is in onze (primair nog monogame) samenleving – heeft grote beperkingen. Er zijn dan in hoofdzaak maar twee volwassen figuren in het leven van het kind. De beperkingen van die twee ouders (in denkwijzen, karakter, geduld, etc.) zijn de beperkingen voor het opgroeiende kind. Is het niet veel beter een kind te laten opvoeden door méér volwassenen? Zoals in andere culturen gebeurt, waar een kind opgroeit in een dorp met allerlei ooms en tantes, opa’s en oma’s, vrienden en anderen? Het aanbod aan identificatiefiguren is dan veel groter; er is meer rijkdom waaruit een kind kan kiezen om zijn weg te vinden. Met polyamorie zet je een stap in die richting: meer ouder-personen betrokken op één kind, die ieder iets aan het leven van het kind kunnen toevoegen.
Ik hoop dat ik hiermee polyamoristen recht heb gedaan. Anders hoor ik het graag. Voel je vrij te reageren (onderaan dit artikel) of aan te vullen. Mijn belangrijkste punt richting niet-polyamoristen is vooral: wees voorzichtig met je (morele) oordeel. Want als je goed luistert, zitten er veel mooie verlangens en overwegingen achter de keuze voor polyamorie.
Ook interessant… Een relatie zonder relatieproblemen, hoe dan?

Vragen en bedenkingen
Zelf ben ik, zoals ik al schreef, overtuigd monogaam. Ik ben als ik dit schrijf pas 31 en al 10 jaar getrouwd. (Ja, ik was erg jong toen we trouwden…!) Ik hoop de rest van mijn leven bij Leanne te blijven en samen oud te worden. Mijn monogame houding past helemaal in het patroon waarin ik ben opgevoed. Mijn ouders zijn nog bij elkaar, mijn schoonouders ook. Bovendien ben ik christen en christelijk opgevoed. In die traditie wordt monogamie gewaardeerd en gepromoot. Maar voor mij is het meer dan gewoon doen wat ‘hoort’ of wat ik geleerd heb. Het is een diep verlangen om met Leanne oud te worden.
“Is de polyamorist als een avontuurlijke wereldreiziger, die zich kan ophalen aan een diversiteit aan indrukken en ervaringen? Of vooral iemand die nergens echt een thuis vindt en met een rusteloosheid steeds weer verder trekt?”
Dat is de achtergrond van waaruit ik schrijf. En vanuit die achtergrond luister ik naar de verhalen van polyamoristen. Dat roept een paar vragen bij me op die ik hier wil benoemen.
Kunnen méérdere mensen je wél echt gelukkig maken?
Ik herken me helemaal in de kritiek van polyamoristen op de onrealistische verwachtingen die we hebben van romantische relaties. Een mens kan een ander mens nooit volledig gelukkig maken. Het beeld in films en muziek zet ons echt op het verkeerde been.
Als dominee heb ik een heel aantal stellen getrouwd. En bij één zin die ik dan vaak uitsprak viel altijd een doodse stilte. Ik zei dan, als ik uitlegde hoe in de kerk tegen het huwelijk wordt aangekeken: “Een intieme liefdesrelatie is prachtig, maar het is niet alles. Als een stel zich blindstaart op elkaar, wordt de relatie ongezond. Als je denkt en verlangt dat de andere jou volmaakt gelukkig zal maken en de diepste honger van je ziel zal stillen, zul je worden teleurgesteld.”
Stilte. Juist op dát moment verwacht je zo’n uitspraak niet. Je ziet een stel, stralend van geluk… het voelt zelfs ongepast om dit dan te zeggen. Juist hier willen we toch geloven in de liefde die ons volmaakt gelukkig maakt?
Toch zei ik het steeds. Omdat ik het eens ben met wat polyamoristen zeggen. Té hoge verwachtingen geven teleurstelling.
“Ik vraag me dan af: vind je daarmee wél dat diepe geluk? Kunnen meerdere mensen samen wél dat ‘gat’ in ons dat zoekt naar liefde vullen?”
Maar polyamoristen spreiden als ‘oplossing’ hun verlangen als het ware over meerdere mensen. Ze zoeken een stukje bij de één en een stukje bij een ander. Ik vraag me dan af: vind je daarmee wél dat diepe geluk? Kunnen meerdere mensen samen wél dat ‘gat’ in ons dat zoekt naar liefde vullen? En als dat ook niet kan, ben je dan met het ‘spreiden’ uiteindelijk beter af? Is het verrijkend, die veelheid aan ervaringen? En weegt dat op tegen de diepgang die je zou vinden als je investeert in één liefdesrelatie?
Is de polyamorist als een avontuurlijke wereldreiziger die zich kan ophalen aan een diversiteit aan indrukken en ervaringen? Of vooral iemand die nergens écht een thuis vindt, en vol rusteloosheid steeds weer verder trekt?
Lees ook: Waarom doorgaan als het vuur gedoofd lijkt?



Is polyamorie echt zo vrij?
Kiezen voor polyamorie doe je – als ik het goed zie – onder andere omdat je vrijheid belangrijk vind. Voor jezelf en voor anderen. Dat vind ik ook. Heel belangrijk. Maar ik vraag me wel af: wat voor vrijheid maakt ons écht gelukkig? Meestal bedoelen we met vrijheid zoiets als: zo min mogelijk externe beperkingen hebben. Hoe meer we kunnen kiezen, hoe vrijer we zijn. Maar is dat wel zo? We weten inmiddels allemaal wat keuzestress is, en dat voelt bepaald niet vrij. Kiezen uit 3 soorten jam geeft vrijheid. Maar kiezen uit 100 soorten verlamt.
Soms geven beperkingen méér vrijheid, want minder verlamming en stress. Dat is een ander soort vrijheid: een innerlijke vrijheid. Vrijheid als de innerlijke kracht om te kiezen voor wat je écht wilt. Heel vaak zijn we ‘slaaf’ van onze impulsen. We willen éigenlijk gezond leven, maar we blijven op de bank hangen. We willen eigenlijk onszelf ontwikkelen, maar we blijven uitvluchten zoeken. Vrijheid betekent in die gevallen: vrij zijn van je slechte impulsen, sterker zijn dan de uitvluchten in jezelf. En daarmee vrij zijn om te doen wat je echt wilt.
“Wanneer ben je vrijer? Als je jezelf en je partner de ruimte geeft? Of als je jezelf vrijwillig een beperking oplegt?”
Zulke vrijheid betekent vaak: bewust kiezen om jezelf beperkingen op te leggen. Wie sportief wil zijn legt zichzelf bijvoorbeeld beperkingen op qua vet en suiker. Wie mentaal gezond wil zijn legt zichzelf misschien beperkingen op qua schermtijd, piekertijd of het op social media bekijken van de geweldige levens van anderen. Vrijheid komt dan met de kracht om jezelf beperkingen op te leggen.
Nu naar relaties: wanneer ben je vrijer? Als je jezelf en je partner de ruimte geeft om romantische relaties met meerdere mensen tegelijk te hebben? Als je je verlangens wat dat betreft de vrije loop kan laten (…uiteraard wel in goed onderling overleg)? Óf als je jezelf vrijwillig een beperking oplegt, kiest voor één persoon en leert om van die persoon te genieten?
Meer over polyamorie & monogamie: openhartige brieven over liefde en trouw



Wordt vervolgd…
Ik heb nog veel meer vragen en gedachten, daarom ga ik binnenkort brieven schrijven met Renée. Zij is ook polyamorist en wil er met mij over van gedachten wisselen. Ik zou het leuk vinden als je reageert. En ben je twintiger of dertiger en wil je hierover met me doorpraten/discussiëren? Laat het dan weten! Wie weet kunnen we met elkaar in gesprek, en wellicht een nieuwe boeiende aflevering voor onze podcast Diepe gesprekken maken!
(We plaatsten dit artikel eerder in augustus 2021)
Laurens van Lavieren
Laurens van Lavieren (1989) is ondernemer en theoloog. Hij is projectleider van De Grote Vragen. Het is zijn passie om met mensen te zoeken naar waarheid. En naar antwoorden op vragen als: wat is goed leven? Wat doet er echt toe? Wat geeft zin? Laurens woont in Amsterdam, is getrouwd met Leanne en vader van Ben.
Wat een mooi artikel!
Ik wil graag op 1 vraag reageren: Dat is de vraag over de diepgang. Ik ben zelf ook polyamorist en heb de ervaring om met mijn primaire partner nog steeds heel diep te kunnen gaan. Diezelfde diepgang hoop ik ook te vinden bij mijn andere partners. Echter zijn die relaties nog relatief nieuw/pril waardoor we nog in de eerste ondekkingsfase zitten (wie ben jij/wie ben ik). Desalniettemin kan ik beamen, dat wat voor kinderen geldt, ook geldt voor volwassenen: door meerdere (intieme) relaties aan te gaan ontdek je meer (van jezelf) dan als je bij 1 partner blijft. Met 1 partner kom je op ten duur toch in een soort status quo. Als je daarentegen beide in aanraking komt met derden, dan kan je als primair koppel ook weer verder verdiepen.
Ik ben benieuwd wat je van dit antwoord vindt.
Mvrgr. Bastiaan
Mooi artikel om te lezen. Ben het wel totaal niet eens met de zin: kunnen meerdere mensen je gelukkig maken.
In mijn ogen is geluk enkel en alleen in jezelf te vinden. Niet bij een persoon. Lijkt me ook geen goed idee om in Poly relaties te stappen om dingen op te vullen wat je in jezelf te kort komt. (Het gat).
Heb trouwens ook een diep verlangen om oud te worden met beide van m’n partners. Dus ook dit heeft niets te maken met het monogame.
Ben zelf geen wereldreiziger of eender wat.. slecht een persoon met een groot open hart die vooral liefde laat vloeien zoals het komt zonder mezelf in gevoelens te beperken maar net te accepteren.
Voor de rest leuk artikel.😊