Geschreven door Hans Alma /
17 juni 2020 /
Wat is mijn leven waard? Deel 1: samenleven

Naar aanleiding van de coronacrisis en het racismedebat, reflecteren we in deze miniserie op de vraag: wat is het leven waard? En is mijn leven evenveel waard als dat van de ander?
Psycholoog en religiewetenschapper Hans Alma verkent wat het leven ons waard is en vooral: het samenleven. Onze drang naar controle over het leven en het belang van aandacht en compassie.
Wat is ons het (samen)leven waard?
De arts, filosoof en theoloog Albert Schweitzer schreef: “Ik ben leven dat leven wil, te midden van leven dat leven wil.” Hij drukte daarmee de vitaliteit van zijn levensgevoel uit, maar ook zijn besef dat hij deel uitmaakt van een groter geheel van levensvormen die deze vitaliteit eveneens kennen. Hoezeer wij verstrengeld zijn in een geheel van levensvormen, maakt de coronacrisis duidelijk.
Ons verlangen om te leven wordt ernstig bedreigd door een virus dat ons ‘gebruikt’ voor zijn voortbestaan. Dat is een schokkende gedachte. Vanuit het moderne, westerse mensbeeld zien wij onszelf als dominant en in control.
Wij kunnen de wereld naar onze hand zetten vanuit onze superieure kennis en technische mogelijkheden. Als mens gebruikt wórden past niet in ons wereldbeeld, dat ervan uitgaat dat de wereld ons ter beschikking staat en dat wij naar believen gebruik kunnen maken van andere bestaansvormen.
Kijktip: Webinar ‘Wat is een mensenleven waard?’ van Veritas Forum

Ik denk dat deze breuk in ons gangbare mens- en wereldbeeld voor een deel verklaart waarom we zo heftig reageren op de coronacrisis. Natuurlijk zijn alle maatregelen bedoeld om mensenlevens te redden, maar het gaat er nog fundamenteler om de controle te herwinnen, het geloof in onze superioriteit te herstellen en de wereld weer als maakbaar te kunnen ervaren.
Maar misschien is in dat opzicht iets onherstelbaar verloren gegaan, en misschien hebben we daar zelfs bij te winnen. Ik wil dat uitleggen aan de hand van een pleidooi van de ethicus en theoloog Frits de Lange voor een nieuwe vorm van ethiek (Trouw, Letter & Geest, 9 mei 2020).
Kwetsbare lijven
Frits de Lange schetst in zijn artikel hoe in de huidige discussies over wat een mensenleven waard is twee ethische benaderingen elkaar in een verlammende houdgreep houden: het utilisme dat het grootst mogelijke nut voor zoveel mogelijk mensen nastreeft en de ethiek van Immanuel Kant die uitgaat van de absolute waarde van ieder individu. Beide zijn vormen van ethiek die passen bij het beeld van de autonome mens als geïsoleerd subject, zoals dat ons westerse mensbeeld bepaalt.
Volgens De Lange is hun zwakte dat ze er geen oog hebben hoe we als mensen fysiek verstrengeld zijn met elkaar en met onze omgeving. We zijn kwetsbare lijven, verweven in andere bestaansvormen, gedurende ons hele leven afhankelijk van maar ook verantwoordelijk voor de zorg die we elkaar verlenen.
Lees ook: Wat leert de coronacrisis ons? Deel 3: kwetsbaarheid



Die manier van kijken werpt een heel nieuw licht op de dilemma’s waar de coronacrisis ons voor plaatst, bijvoorbeeld de vraag of we moeten inzetten op het redden van zoveel mogelijk (ook oude) mensen of vooral beleid moeten voeren om verdere economische schade te vermijden. Ook in de discussie over de zware inzet op ieders overlevingskansen klinkt soms kritiek op het westerse denken door: we geven de dood geen plaats in onze samenleving, we kunnen er niet mee omgaan dat de dood onvermijdelijk bij het leven hoort.
Maar dergelijke discussies abstraheren nu juist van waar het De Lange om gaat: de complexiteit van het geleefde leven in onze verwevenheid met alles om ons heen en – zou ik daaraan willen toevoegen – in de liefdesrelaties die ons met elkaar verbinden. Dat een negentigjarige moet kunnen accepteren dat hij doodgaat (misschien door corona wat eerder dan verwacht), is in abstracto goed te verdedigen, maar wat als het om je echtgenoot gaat met wie je je in al je vezels verbonden voelt?
Aandacht en compassie
Frits de Lange pleit voor een zorgethiek die zorg als het meest fundamentele kenmerk van ons menszijn ziet. De mens is geen autonoom individu, maar is verweven in netwerken van wederzijdse afhankelijkheid met elkaar en met de aarde. In de zorgethiek gaat het niet primair om individuele rechten en plichten, maar om zorg voor kwetsbaar bestaan. Frits de Lange legt in dit verband de nadruk op verantwoordelijkheid die we nemen voor zorg voor onszelf en voor de ander die van onze zorg afhankelijk is.
Aandacht, compassie en verantwoordelijkheid zijn begrippen die ons attenderen op onze kwetsbaarheid en die ons open doen staan voor de vraag wat goed (samen)leven betekent.
Ik zou dat willen aanvullen met twee andere begrippen die mijns inziens onlosmakelijk met zorg verbonden zijn: aandacht en compassie. Aandacht staat voor een manier van waarnemen van de ander die recht doet aan zijn of haar unieke waarde. Aandacht is een naar buiten treden, een overstijgen van onszelf in onze gerichtheid op de ander die zozeer de moeite waard blijkt te zijn als we ons daarvoor openstellen. Compassie staat voor de moed om de ander ook in zijn of haar pijn te zien en voor ons streven die pijn niet alleen te verzachten of weg te nemen, maar de ander waar mogelijk ook actief ruimte en stem te geven in diens wil om te leven.
Aandacht, compassie, verantwoordelijkheid en zorg maken onze keuzes niet gemakkelijker. Het zijn geen begrippen die ons een pasklaar antwoord geven op hoe uit de coronacrisis te geraken. Het zijn wel begrippen die ons attenderen op onze kwetsbaarheid en die ons open doen staan voor de vraag wat goed (samen)leven betekent.
Die vraag gaat immers veel verder dan aantallen overlijdens of economische cijfers. Die vraag raakt aan hoe wij duurzaam willen participeren in de wereld waarmee wij verweven zijn. Als we nu de goede vragen stellen en uitgaan van de fundamentele waarde van zorg, hebben we iets te winnen door ons verlies van controle.
[1] A. Schweitzer (1996). Kulturphilosophie – Verfall und Wiederaufbau der Kultur; Kultur und Ethik. München: C.H. Beck, p.3.Hans Alma
Hans Alma (1962) is psycholoog en hoogleraar geestelijke zorg en religieus-humanistische zingeving aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Haar onderzoek richt zich op de rol van verbeelding in zingeving en levensbeschouwing, en op de ontwikkeling van humanisme in relatie tot actuele samenlevingsvragen. Aandachtspunt is de realisering van compassie, duurzaamheid en solidariteit als kernwaarden van humaan samenleven.
Samen leven staat niet in mijn woorden boek .ik veertroew nimaad