Geschreven door Wim Vermeulen /
3 april 2020 /
Wat leert de coronacrisis ons? Deel 6: God

Waarom doet God dit? peilde presentator Arjen Lubach enkele weken geleden op twitter. De antwoordmogelijkheden: grapje, foutje, test of straf. Heel wat social media-posts, blogs, columns en nieuwsitems verder, is het wel duidelijk: de Godsvraag houdt zowel gelovigen als niet-gelovigen bezig. Waarom wordt de mensheid getroffen door deze crisis die vooral de armen en de zwakkeren treft. Is er een God die daar iets mee te maken heeft?
We vroegen Wim Vermeulen, predikant van de Jacobikerk in Utrecht, wat hij ervan denkt.
Roepen, wachten en hopen
In tijden van ramp en onheil is de Godsvraag nooit ver weg. Zelfs niet in een geseculariseerd en postmodern tijdperk als het onze. Soms verrassend, vaker clichématig. Verrassend vind ik het als seculiere columnisten schoorvoetend toegeven dat ze het geloof van hun religieuze collega’s in deze tijden missen. Helaas zijn de clichés ook nooit ver weg. Dominees die zeker weten dat God ons deze plaag zendt om ons te straffen danwel tot bekering te brengen, zijn niet moeilijk te vinden. Dominees die even zeker weten dat God hier natuurlijk níets mee te maken heeft trouwens ook niet. En dan heb ik het nog niet eens over de ‘Waarom-doet-god-dit-eigenlijk’-achtige tweets van mensen die zich doorgaans niet heel erg om God lijken te bekommeren.
Kijktip: Webinar Veritas Forum ”Where is God when the world falls apart?’‘

Wat me in veel van dit alles opvalt, is hoe makkelijk we deze bijzondere en onverwachte situatie inzetten ter bevestiging van ons eigen gelijk. Wat we toch altijd al meenden te weten, is ook in deze situatie het denkraam waardoor we alles wat ons nu overkomt bekijken. Met dat ik dit zeg, loop ik natuurlijk het grote gevaar dat de rest van deze bijdrage dient ter bevestiging van mijn eigen gelijk, daarmee weliswaar mijn stelling bevestigt, maar ons uiteindelijk toch niet verder brengt. Me van dit gevaar bewust, hoop ik daar toch een beetje van weg te blijven.
Welke vragen stelt de coronacrisis aan jou? Aan ons als samenleving? En ja: wie is de vraagsteller eigenlijk? Probeer ook die vraag eens onder ogen te komen.
Trage vragen
Daarbij wegblijven probeer ik door de coronacrisis allereerst als een vraag op me af te laten komen. Een vraag aan mezelf, een vraag aan ons allemaal. Ik daag je uit om in die vraag een poosje te blijven hangen. Val niet voor de verleiding om al te snelle antwoorden te willen geven, ook als je er bij wijze van spreken toe gedwongen wordt. Welke vragen stelt de coronacrisis aan jou? Aan ons als samenleving? En ja: wie is de vraagsteller eigenlijk? Probeer ook die vraag eens onder ogen te komen.
Het is een oude intuïtie in de christelijke traditie dat je via deze nederige weg ook wel eens op het spoor van God terecht zou kunnen komen. De beroemde theoloog Johannes Calvijn zei het zo: ‘Vrijwel al onze wijsheid bestaat maar uit twee delen. Tenminste, voor zover het echte en betrouwbare wijsheid is. Deze delen zijn: kennis van God en kennis van onszelf. Maar deze delen zijn met zoveel banden aan elkaar verbonden, dat het niet gemakkelijk is om te bepalen welke van de twee er eerst komt en de basis vormt voor de ander.’ Iedere vraag naar God die niet leidt tot meer zelfkennis, is dus voor Calvijn een verkeerde vraag.
Lees ook: wat leert de coronacrisis ons over kwetsbaarheid?



De diepte
Om het je te laten uithouden in de vraag, wil ik – ik ben nu eenmaal dominee – drie momenten uit de Bijbel ter overweging onder je aandacht brengen. Vorige week stond Psalm 130 op wereldwijd gebruikt leesrooster in kerken. Dat is een lied dat begint met de diepte: De profundis – uit de diepte roep ik. Wie diep zit, en dat zitten we, kan niet zoveel en weet niet zoveel. De weg van de psalm is de weg van roepen, wachten en hopen. Dat lijkt passief, maar dat is het niet. Het is je uitstrekken naar God, als een vioolsnaar die er gespannen op wacht om bespeeld te gaan worden.
Als je die weg vermijdt, omdat je hem te ingewikkeld vindt, of er geen geduld voor hebt, loop je het gevaar voor je beurt te spreken. Dat is een lijn die aangrijpend aan de orde komt in het Bijbelboek Job. Voor wie het verhaal niet kent: Job is iemand die in no time van een bovengemiddeld geslaagd leven in een put van ellende tuimelt. Letterlijk alles wordt hem afgenomen en de waaromvraag dient zich onvermijdelijk aan. Jobs vrienden weten het wel. Hoofdstuk na hoofdstuk steken ze hun ingewikkelde en langdurige betogen af, waarin ze de waaromvraag van een antwoord proberen te voorzien – en elk van hen bevestigt slechts wat hij toch al dacht. Ondertussen zwijgt Job. Uiteindelijk is het de zwijgende Job die door God in het gelijk wordt gesteld, niet de voor hun beurt pratende betweters.
Lees ook: Wat leert de coronacrisis ons over de liefde?



Als je wilt leren wat de coronacrisis jou over God te zeggen heeft, heb je dus niets aan betweters. De beste vertegenwoordigers van de christelijke traditie weten dan ook dat christelijk geloven zeilen is op een schip dat koers wil houden tussen weten en niet weten – tussen op het goede moment spreken en op tijd je mond houden. Neem nu Paulus in Romeinen 8. Er zijn dingen die hij ruiterlijk toegeeft niet te weten. Hoe te bidden, bijvoorbeeld. Fascinerend: niemand minder dan de apostel Paulus geeft toe niet te weten hoe je moet bidden ‘zoals het behoort’! Toch is hij geen agnost, want tegelijk zijn er dingen die hij stellig zegt wel te weten. Dat deze werkelijkheid een zuchtende’ werkelijkheid is, die er reikhalzend op wacht om verlost te worden, bijvoorbeeld. En ook dat dat zuchten van de werkelijkheid niet tevergeefs is. Hij noemt het zelfs geboortepijn – voorbode van iets nieuws dat zich onherroepelijk aandient.
Dat is een hoge greep, maar Paulus waagt het erop. Niet omdat hij alles weet over God. Wel omdat hij Hem heeft leren kennen in Jezus: de God die mens werd, in de misère van deze zuchtende werkelijkheid ging staan, eraan doodging en eruit opstond. Sindsdien wil het voor hem maar niet hopeloos meer worden.
Wim Vermeulen
Wim Vermeulen is sinds 2015 predikant in Utrecht (Jacobikerk) nadat hij vijf jaar gemeentepredikant was in de dorpen Goudriaan & Ottoland. Daarvoor was hij docent godsdienst en geschiedenis op een middelbare school. Vanuit de Jacobikerk is hij medeorganisator van laagdrempelige activiteiten voor stadsgenoten met grote vragen op het gebied van God en geloof. Kijk eens op www.viajacobi.nl of www.jacobikerk.nl. Wim is getrouwd en heeft drie kinderen.
Op de bodem van alle ellende ligt de HOOP. De Hoop gaat voorbij aan de ellende, zij is gebaseerd op een innerlijk weten
dat het Leven en de LIefde het laatste woord hebben. Moge de Hoop niet overwoekerd woren door angst. Dat is mijn bede.
Angst komt van buitenaf van de omstandigheden, de mens kan erop toezien, en is dus groter dan dat.