Geschreven door Henk de Regt /
9 april 2020 /
Wat leert de coronacrisis ons? Deel 8: wetenschap

Wetenschappers die elkaar tegenspreken over de verspreiding van het coronavirus. Voor iedere maatregel die het RIVM en daarmee de overheid instelt, zijn er genoeg al dan niet zelfbenoemde wetenschappers te vinden die er kritiek op hebben. Kunnen we de wetenschap wel vertrouwen nu er keuzes worden gemaakt waarbij mensenlevens op het spel staan?
Een artikel van Henk de Regt, hoogleraar Filosofie van de Natuurwetenschappen, Institute for Science in Society, Radboud Universiteit.
Wetenschap en de waarheid
Toen minister-president Mark Rutte op 16 maart het land toesprak over de maatregelen om het coronavirus te bestrijden, zei hij dat het belangrijk is dat we “op het kompas van wetenschappelijke kennis en betrouwbare feiten blijven varen”. Dat waren verstandige woorden. Immers, zonder wetenschap zouden we niets begrijpen van de pandemie die ons nu treft, en zou het voorkomen en genezen van besmettelijke ziekten een onmogelijke opgave zijn. Maar wat kunnen en mogen we eigenlijk van de wetenschap verwachten? Het is verleidelijk om te denken dat wetenschap waarheid en zekerheid moet leveren. Helaas is het niet zo simpel. Het is heel verstandig om vertrouwen te hebben in de wetenschap, maar te hoge verwachtingen zullen tot teleurstelling en ondermijning van het vertrouwen in wetenschap leiden.

Eindige zekerheid
Wetenschap geeft geen absolute zekerheid: alle wetenschappelijk kennis is voorlopig en kan later onjuist blijken. Toen zo’n vier eeuwen geleden de moderne wetenschap ontstond, dacht men dat de nieuwe, op waarneming en experiment gebaseerde wetenschappelijke methode tot zekere kennis zou leiden. Maar de achttiende-eeuwse filosoof David Hume maakte korte metten met deze illusie. Hij ontdekte het inductieprobleem: hoeveel waarnemingen we ook doen, het zal altijd een eindig aantal zijn, en daaruit kunnen we nooit met zekerheid een conclusie trekken die algemeen (d.w.z. voor een oneindig aantal gevallen) geldig is. Zijn voorbeeld: ook al hebben we tot nu toe elke morgen de zon zien opkomen, we kunnen niet zeker weten dat deze morgen weer opkomt. Wetenschapsfilosoof Karl Popper verdedigde het idee dat wetenschap niet onfeilbaar is met verve. Ook al twijfelde hij niet aan het bestaan van de waarheid, volgens hem kunnen we nooit zeker weten of we die waarheid kennen.
Een cruciale rol voor de wetenschap
In de coronacrisis wordt dit heel duidelijk: terwijl er snel beslissingen genomen moeten worden (lockdown of niet?), is de wetenschappelijke kennis over het virus en zijn verspreiding nog beperkt en onzeker. Toch zal wetenschap een cruciale rol moeten spelen bij het oplossen van deze crisis – het is immers dankzij de wetenschap dat we weten wat de oorzaak van de epidemie is. We moeten dus op het kompas van de wetenschap varen. Maar dat kompas geeft geen exacte richting aan, en de “betrouwbare feiten” waar Rutte over spreekt zijn niet altijd zo hard als we zouden willen. En waarop baseren we ons beleid als er nog géén harde feiten zijn? Uit de gegevens die nu bekend zijn, schrijft het RIVM, blijkt dat kinderen geen risicogroep zijn en ook geen grote besmettingshaard vormen (www.rivm.nl, 30 maart 2020). Maar is dat een feit? Zeker weten doen we het niet (geeft ook het RIVM impliciet toe), en dus is een keuze om scholen open te houden (of juist te sluiten) niet op absoluut zekere kennis gebaseerd.
Het is duidelijk dat morele keuzes onvermijdelijk zijn, maar wetenschap blijft nodig.
In reactie op de toespraak van Rutte, beschrijft Bas Heijne in zijn artikel “Hoe lang kunnen we met onzekerheid leven?” hoe het voelt als blijkt dat de wetenschap geen zekerheid kan bieden. Hij wil zich graag achter Rutte’s oproep scharen om de wetenschap te volgen, maar realiseert zich dat ook de experts het niet met elkaar eens zijn: zo zeggen experts in Nederland iets anders dan in Italië. Voor Heijne lijkt zowel het scenario van groepsimmuniteit als dat van een lockdown niet meer dan “een gok”, en “vooral een kwestie van overtuiging”. Hij weet niet meer wie hij moet vertrouwen, en omdat beide scenario’s enorme risico’s met zich meebrengen concludeert hij dat Rutte een “morele keuze” maakt. Het is duidelijk dat morele keuzes onvermijdelijk zijn, maar wetenschap blijft nodig.
Wetenschap niet waardevrij
Wetenschap is meer dan een gok of een kwestie van overtuiging, ook al biedt ze geen absolute zekerheid. Maar, vraag je je misschien af, waarom zijn experts het dan niet eens over de beste strategie om corona te bestrijden? Hier zijn verschillende redenen voor. Allereerst staat het onderzoek naar het virus nog in de kinderschoenen. Daarnaast is kennis van het virus alleen niet voldoende om een strategie te bepalen – ook kennis van de complexe sociale werkelijkheid is van belang: wat is bijvoorbeeld het effect van het sluiten van scholen op het gedrag van mensen? Het is geen eenvoudige klus om alle relevante kennis te vergaren. Maar er speelt nog iets.
Lees ook: Wat leert de coronacrisis ons over systeemgedrag?



In veel wetenschappelijk onderzoek worden hypothesen statistisch getoetst. Dit betekent dat er altijd een kans is dat een hypothese onterecht geaccepteerd of verworpen wordt. Het accepteren van een onware hypothese wordt een foutpositief genoemd, het verwerpen van een ware hypothese heet een foutnegatief. Je kunt deze fouten proberen te vermijden, maar het probleem is dat als je de kans op een foutpositief verkleint, de kans op een foutnegatief groter wordt, en omgekeerd. Je moet dus een afweging maken wat erger is: onterecht accepteren of onterecht verwerpen van de hypothese. Bij die afweging spelen vaak niet-wetenschappelijke waarden mee, bijvoorbeeld sociale of economische overwegingen. Zo zullen de consequenties van een eventueel foutnegatief of foutpositief meewegen bij het toetsen van de hypothese dat kinderen geen besmettingshaard zijn: hoe erg zou het zijn het als we de scholen onterecht sluiten of juist open houden?
Vertrouwen
Dit laat zien dat wetenschap niet ‘waardevrij’ is, en waarom wetenschappers het niet altijd eens zijn. Dat is geen probleem zolang duidelijk is welke waarden meegespeeld hebben. Daarom is het belangrijk dat die waarden benoemd worden, zodat er discussie over gevoerd kan worden. Zo zien we ook dat we van wetenschap niet het onmogelijke moeten verwachten, namelijk absolute zekerheid, maar er toch vertrouwen in kunnen hebben. Dat experts soms van mening verschillen wordt dan hopelijk gezien als iets wat erbij hoort, en niet als een bewijs dat wetenschap “ook maar een mening” is. Om uit de coronacrisis te komen hebben we wetenschap nodig. Laten we de waarden van wetenschap bediscussiëren zonder haar waarde te ontkennen.
Henk de Regt
Henk de Regt is hoogleraar Filosofie van de Natuurwetenschappen aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Radboud Universiteit. Met een achtergrond in de natuurkunde en de filosofie is De Regt deskundig op het gebied van de wetenschapsfilosofie, in het bijzonder de filosofie van de natuurwetenschappen. Zijn centrale onderzoeksthema betreft de aard van het ‘wetenschappelijk begrijpen’. Hij schreef een boek over dit onderwerp: Understanding scientific understanding.
Een helder en duidelijk artikel dank daarvoor neef Henk.